Weerstandsvermogen
Risicobeheer
Deze paragraaf beschrijft de voor de gemeente Zaanstad relevante risico’s, uitgaande van de actuele situatie, zowel in- als extern. Risicomanagement is een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering van de gemeente. Hierdoor is het mogelijk om bij besluitvorming eventuele risico’s op een juiste wijze te wegen. Deze paragraaf start met een toelichting op de principes en de methode van het risicobeheer. Vervolgens wordt ingegaan op de belangrijkste risico’s. Het kader is vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2013. Deze nota wordt in 2019 geactualiseerd.
Doel van risicobeheer
Risicobeheer is gericht op het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid ten aanzien van de realiseerbaarheid van de gemeentelijke doelstellingen, de beheersing van risico’s in bedrijfsprocessen en projecten, de betrouwbaarheid van de financiële verslaglegging en de naleving van relevante wet- en regelgeving. Bij het nemen van belangrijke beslissingen met een onzekere uitkomst worden de risico’s overwogen alvorens tot een besluit te komen. Hierbij wordt dus expliciet de mate van risicoacceptatie bepaald en worden de financiële risico's die van invloed zijn op de beleidsuitvoering inzichtelijk en beheersbaar gemaakt. Door het inzicht in de risico's worden de raad, het college en de organisatie in staat gesteld om op een verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige ontwikkelingen/investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie.
Om inzicht in de risico’s van de gemeente te verkrijgen, is een risico-inventarisatie uitgevoerd die twee keer per jaar wordt geactualiseerd. Door een risicosimulatie wordt het benodigde weerstandsvermogen berekend. Het weerstandsvermogen geeft de verhouding weer tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit is een optelling van de algemene reserves en de post onvoorzien. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door kans en financiële gevolgen bij optreden van de aanwezige risico's.
Risicoprofiel
Om de risico's van de gemeente Zaanstad in kaart te brengen, is per risico een risicoprofiel opgesteld. Met behulp van een Monte Carlo analyse wordt het optreden van verschillende risico’s gesimuleerd. De Monte Carlo analyse is een simulatietechniek waarbij door vele herhalingen (100.000), elke keer met een andere startwaarde, een verdelingsfunctie wordt verkregen. Met deze simulatie maken we een analyse van het benodigde vermogen om tegenvallers op te vangen, zonder dat hiermee de continuïteit van de organisatie in gevaar komt (ook wel weerstandsvermogen genoemd). De simulatie geeft het onderstaande resultaat, waaruit blijkt dat bij een zekerheidspercentage van 90% alle risico's kunnen worden afgedekt met een weerstandscapaciteit van € 12,7 miljoen. De verhoging ten opzichte van de laatste berekening (begroting 2019) komt met name door de verhoogde risico's op overschrijding van de budgetten voor de (jeugd)zorg en WMO. Bij de begroting 2019 zijn deze budgetten opgehoogd, maar uit nieuwe inzichten lijkt het dat deze budgetophoging niet voldoende is geweest. Met betrekking tot de WMO-kosten gaat het voorgaande op voor de invoering van het abonnementstarief.
Percentage | Rekening 2016 | Rekening 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2018 |
---|---|---|---|---|---|
85% | 14,0 | 15,9 | 11,0 | 9,7 | 11,9 |
90% | 14,8 | 16,6 | 11,7 | 11,2 | 12,7 |
95% | 15,9 | 17,6 | 12,7 | 12,5 | 13,9 |
Tabel: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages (bedragen x € 1 mln.)
In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is bepaald dat de bandbreedte van de weerstandsratio (verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit) tussen de 1,4 en 1,8 moet liggen. Uitgaande van een weerstandsratio van1,4 betekent dit dat een benodigde weerstandscapaciteit van € 17,8 miljoen (12,7 x 1,4) minimaal noodzakelijk is.
Hiervan wordt € 0,1 miljoen opgevangen door de structureel in de begroting opgenomen post onvoorzien. De overige € 17,7 miljoen moet worden opgevangen door de algemene reserve.
Stand algemene reserve
De eindbalans in deze jaarrekening laat een stand van de algemene reserves zien van € 16,2 miljoen. In onderstaand overzicht wordt deze beschikbare capaciteit afgezet tegen de benodigde capaciteit en het gewenste weerstandsvermogen.
Stand algemene reserves bij jaarrekening 2018 | 16,2 |
Post onvoorzien in begroting | 0,1 |
Totaal beschikbare capaciteit | 16,3 |
Benodigde capaciteit bij jaarrekening 2018 | 12,7 |
Weerstandsvermogen (beschikbare capaciteit/benodigde capaciteit) | 1,28 |
Benodigde capaciteit bij begroting 2019 o.b.v. een weerstandsratio van 1,4 | 17,8 |
Voorlopig tekort t.o.v. gewenst weerstandsratio van 1,4 | 1,5 |
Tabel: beschikbare en benodigde algemene reserve (bedragen x € 1 mln.)
In de nota 'Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2013' is bepaald dat op basis van de jaarrekening de reserves naar aanleiding van de risicosimulatie worden aangepast. De gewenste storting in de algemene reserve van € 1,5 miljoen kan vanuit de resultaatbestemming gedaan worden. De resultaatbestemming wordt geëffectueerd bij de Burap 2019.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
---|---|---|
A | >2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 – 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 – 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 – 1,0 | Matig |
E | 0,6 – 0,8 | Onvoldoende |
F | <0,6 | Ruim onvoldoende |
Tabel: normtabel die is opgesteld door het Nederlands adviesbureau voor risicomanagement (NAR) in samenwerking met de Universiteit Twente.
Risico's sociaal en grondzaken
De risico's betreffende het sociaal domein en grondzaken worden via aparte onderdelen van de algemene reserve opgevangen (de algemene reserve sociaal (ARS) en de algemene reserve grondzaken (ARG)). De algemene reserve sociaal wordt vanaf 2020 opgenomen in de reguliere algemene reserve. De reden van deze wijziging is dat de aanloopperiode van decentralisaties in het sociaal domein dan is afgerond. Ook zijn per 1 januari 2019 de integreerbare delen van de integratie-uitkeringen sociaal domein (IUSD) overgeheveld naar de algemene uitkering. Integreerbare delen zijn die delen die via de maatstaven van de algemene uitkering gemeentefonds kunnen worden verdeeld. Dit betreft: IUSD Wmo (exclusief beschermd wonen), IUSD Jeugdhulp (exclusief voogdij 18+), IUSD Participatie (onderdeel re-integratie klassiek) en de IU Wmo (hulp bij het huishouden). Voor 2019 volgen nog aparte indexeringsafspraken omtrent prijs en volumegroei, maar vanaf 2020 moet het accres van de algemene uitkering hier compensatie voor bieden en is de integratie volledig. Vanaf dan is een aparte reserve voor het sociaal domein niet meer nodig.
Voor de algemene reserve grondzaken (ARG) blijft het huidige regime intact. Dit houdt in dat voordelen uit grondexploitaties worden toegevoegd aan de ARG en nadelen worden onttrokken.
In onderstaand overzicht wordt de hoogte van de ARS en de ARG weergegeven in relatie tot de risicosimulatie voor deze twee specifieke reserves. Hiervoor geldt dat de reserves worden opgehoogd indien de standen van de reserve lager zijn dan 75% van het benodigd bedrag en worden afgeroomd indien de standen hoger dan 125% zijn. Voor de ARS betekent dit een bijstorting van € 3,5 mln.
De ARG komt met 127% iets boven de grens van 125% uit en wordt hierdoor met € 0,1 miljoen afgeraamd. Met een ARS van € 3,5 miljoen en een ARG van € 7,4 miljoen, dient het algemeen deel van de algemene reserve uit te komen op € 6,8 miljoen uit te komen om aan de gewenste € 17,7 miljoen te komen.
| rekening 2018 | benodigd op basis van simulatie | minimale stand (75%) | Maximale stand (125%) |
---|---|---|---|---|
ARS | 0,0 | 4,7 | 3,5 | 5,9 |
ARG | 7,5 | 5,9 | 4,4 | 7,4 |
Tabel: Benodigde weerstandscapaciteit ARS en ARG (bedragen x € 1 mln.)