Jaarverslag 2018

Jeugd en zorg

Portefeuillehouder(s):   Mutluer, Groothuismink

Programmadoelstelling en de rol van de gemeente

Zaanstad is een sociale gemeente waarin kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en waar bewoners zich actief inzetten. Veel inwoners doen dat zonder hulp of inbreng van de gemeente. Voor inwoners die dat nodig hebben, is er passende ondersteuning; laagdrempelig en waar mogelijk dichtbij in de wijk. Onder andere in de vorm van Sociale Wijkteams (SWT’s) en Jeugdteams (JT’s) en verschillende vormen van maatschappelijke of inkomensondersteuning. Het doel is dat iedereen kan participeren, op eigen wijze en naar vermogen.

Sinds 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de taken op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Zaanstad vult deze taken op een andere manier in dan voorheen gebruikelijk was. De inwoner en zijn situatie staan centraal bij het zoeken naar een evenwicht tussen kwaliteit van zorg en het beschikbare budget. Samen met hulpvragers wordt gekeken naar wat nodig is. Soms vinden zij zelf al een oplossing met hun netwerk en/of vrijwilligers. Als dat niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning, hulp of behandeling door professionals aan. Deze nieuwe manier van werken betekent dat de gemeente hulpvragen minder vaak overneemt. We richten ons erop dat bewoners de regie over hun eigen leven houden of terug krijgen. Voor kinderen en jongeren gaat het er om dat problemen in het opvoeden en opgroeien zo min mogelijk een belemmering vormen voor het leren en zij zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen.

We proberen mensen die hulp zoeken op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het vinden van passende oplossingen. Hierbij staan centraal:

  • Preventie: We willen problemen graag voorkomen. We versterken daarvoor gericht  preventieve voorzieningen en zijn alert op signalen van ongewenste en problematische ontwikkelingen. We investeren in het vermogen tot signaleren bij basisvoorzieningen als kinderopvang en onderwijs.
  • Zelfstandigheid: wij stimuleren dat mensen binnen hun eigen netwerk oplossingen zoeken voor hun problemen of hulpvragen. Ook stimuleren we dat mensen anderen in hun omgeving helpen.
  • Ondersteuning op maat: mensen voor wie het informele netwerk geen of onvoldoende hulp biedt, kunnen een beroep doen op ondersteuning. Dat kan laagdrempelig en dichtbij. De SWT's en JT's bekijken samen met de bewoner/het gezin welke hulp nodig is.
  • Vangnet: voor de kwetsbaarste groepen is er een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig vangnet.

In de Zaanse aanpak ligt een sterke focus op samenwerken, proberen, leren en doorontwikkelen. Gaandeweg leren we wat werkt om onze visie te realiseren. We gaan uit van de menselijke maat en leveren maatwerk waar mogelijk en nodig. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen, ook buiten de gemeente. Het vraagt vooral vertrouwen en tijd. Daarom willen we in ons leerproces en in onze nieuwe manier van werken voorkomen dat we terugvallen op regels en het overreageren op risico’s. Dit remt innovatie af en leidt mogelijk tot stijgende kosten en een versnippering van onze inspanningen.

De nieuwe werkwijze weerspiegelt de stevige ambitie die Zaanstad heeft: uitgaan van de leefwereld van mensen, niet van systemen. Daar investeert de gemeente ook in, door de extra middelen vanuit het rijk daarvoor in te zetten onder de noemer 'slim investeren'. En kijkt hoe daarmee fundamenteel de beweging naar de voorkant gemaakt kan worden. Dit houdt in: problemen voorkomen of eerder opsporen en aanpakken, waardoor een beroep op zwaardere zorg zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Soms gebeurt dat door professionals, maar ook hierbij benut de gemeente ook de kracht in de samenleving. Zo zijn er bijvoorbeeld ervaren vrijwilligers die ondersteuning bieden aan jonge ouders in kwetsbare situaties. Specifiek moet er aandacht zijn voor problematische echtscheidingssituaties, waarbij getrainde vrijwilligers ouders begeleiden om tot goede afspraken te komen over de omgang met de kinderen.

Bij de Kadernota 2018 is aangegeven dat het risico bestaat dat de kosten voor de specialistische zorg ook in 2018 nog niet voldoende gaan dalen ten opzichte van het in de begroting beschikbare budget. De beweging naar de voorkant die is ingezet met de middelen van 'slim investeren' kost namelijk tijd. Wel zijn er in de meicirculaire vanuit het rijk voor 2018 en verder extra middelen beschikbaar gesteld voor zowel de Wmo als de jeugdhulp.

 

Terugblik

Om de oplopende zorgkosten bij te buigen heeft Zaanstad verschillende maatregelen uitgevoerd. Zo is er in 2018 verder gewerkt aan de beweging ‘naar de voorkant’ in het domein jeugd en zorg. Dit houdt in: problemen voorkomen of eerder opsporen en aanpakken door het inzetten van lichtere vormen van ondersteuning. Daardoor kan een beroep op zwaardere zorg zoveel mogelijk worden voorkomen. Soms gebeurt dat door professionals, maar hierbij benut de gemeente ook de kracht in de samenleving.

De gemeente heeft de toegang tot de zorg zo dicht mogelijk bij de Zaankanters, in de wijken, georganiseerd. De Sociale Wijkteams zijn in 2018 opnieuw aanbesteed. In de opdracht aan de nieuwe aanbieders is het inzetten van lichtere vormen van zorg, het samenwerken met voorzieningen in de buurt en het slim sturen op resultaat nadrukkelijk meegenomen.

Voor de jeugdteams is een doorontwikkeling gestart, met als doel hun plek in de jeugdzorgketen efficiënter te organiseren. Met de aanbieders van jeugdhulp is intensief overlegd over oorzaken en aanpak van de oplopende kosten voor de specialistische jeugdzorg.

Uit de monitoring van de zorg in 2018 komt naar voren dat de beweging naar de voorkant op onderdelen wel zichtbaar begint te worden. De gemiddelde zorgzwaarte bij de Wmo neemt iets af. Ook lijkt er een beweging van het C naar het B segment in de jeugdhulp. De voorzichtige conclusie kan zijn dat de genomen maatregelen hun eerste vruchten beginnen af te werpen.

De cliënttevredenheid is vooralsnog op peil gebleven. In zijn algemeenheid zijn cliënten positief over de Wmo-dienstverlening in Zaanstad. 81% vindt de kwaliteit van de ondersteuning goed. Vergeleken met 2016 waren de cliënten in 2017 over zowel de kwaliteit als de effecten iets positiever. Over de sociale wijkteams was rond de 80% van de respondenten positief. De cijfers over 2018 zijn pas later in 2019 bekend.

Toch blijft de beheersing van de zorgkosten een punt van zorg. Dat is ook het beeld bij veel andere gemeenten; het bijbuigen van de zorgkosten vergt tijd. Een deel van de kosten hangt ook samen met autonome groei in het aantal personen dat een beroep doet op ondersteuning. Deze groei komt onder andere voort uit de leeftijdsgrens voor pleegzorg die verhoogd is van 18 naar 21 jaar. Daarnaast worden er ook meer mensen bereikt. Voor de Wmo ligt dit voor de hand gelet op de toenemende vergrijzing en het langer thuis wonen. Voor jeugdhulp hangt het waarschijnlijk samen met factoren als armoede, (v)echtscheidingen en de toenemende complexiteit van de samenleving.

Investeren in preventie en vroegsignalering van dit soort problemen is dus ‘slim investeren’. Dat begint al bij een veilige en gezonde basis voor ieder kind. Zo hebben de centra Jong en de jeugdteams samen met partners geïnvesteerd in opvoedondersteuning. Met de aanpak Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) wordt overgewicht bij kinderen aangepakt, bijvoorbeeld samen met het groeiend aantal ‘gezonde scholen’. In de strategische agenda Ouder worden is op tal van manieren gewerkt aan randvoorwaarden om ook op hogere leeftijd lekker in je vel te zitten: niet alleen fysiek, maar ook sociaal.

Op het gebied van armoedebestrijding is een flinke stap gezet om mensen met schulden beter te kunnen helpen. De Kredietbank is gecontracteerd voor het bieden van schulddienstverlening en wijkteams zijn getraind in het vroeg signaleren van schuldproblemen. In 2018 is het bereik van Meedoen Zaanstad met 22% gestegen waardoor er meer kinderen uit minimagezinnen mee kunnen doen aan sport en cultuur. Ook is in 2018 de Zaanse Kinderombudsman begonnen.

 

Maatschappelijke doelen en prestaties

Lasten

schaal x € 1.000
Begroot € 141.049
Gerealiseerd € 141.316
Afwijking € 267