Prestatie 2.1 Kracht van de wijkbewoners
De inwoners van Zaanstad wonen zo veel mogelijk zelfstandig thuis en doen mee in de maatschappij. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven van inwoners en organisaties die daaraan bijdragen en zorgt voor een aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen. Dat aanbod organiseren wij zoveel mogelijk dichtbij, in de wijk. Sommige specifiekere voorzieningen organiseren we op stedelijk niveau maar wel steeds in verbinding met de Sociale Wijkteams. Inwoners met hulpvragen kunnen terecht bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams. Zij bespreken hulpvragen in een integraal keukentafelgesprek waarbij breed wordt gekeken naar problemen die een inwoner ervaart. Zij spreken een aanpak af, waarbij het doel is om de regie over het eigen leven te behouden of terug te krijgen. Hierbij spreken zij de eigen kracht aan van de bewoner en zijn of haar netwerk, en levert de gemeente waar nodig een maatwerkoplossing. Naast het bieden van ondersteuning bij hulpvragen van inwoners, hebben de Sociale Wijkteams de opdracht om burgerkracht in hun wijken te ondersteunen, te versterken (waar mogelijk) en in te zetten bij het oplossen van ondersteuningsvragen van wijkbewoners. Dit doen zij bijvoorbeeld door met vrijwilligers voorzieningen in de wijk op te zetten waar inwoners zonder indicatie aan kunnen deelnemen. Wij willen als gemeente lerend ontwikkelen en vragen ook van de professionals in onze stad om flexibiliteit en creativiteit bij het samen zoeken naar oplossingen en mogelijkheden met bewoners. Alle mensen die bij de gemeente een uitkering aanvragen gaan op gesprek bij het Sociaal Wijkteam. Het Sociaal Wijkteam helpt mensen met vervolgstappen bij het vinden van werk. Wanneer dat (nog) niet mogelijk is helpt het Sociaal Wijkteam mensen om mee te doen via maatschappelijke participatie. Het doel is dat meer mensen kunnen meedoen en waar mogelijk hun afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen. De middelen uit 'slim investeren' worden ingezet om deze aanpak ‘aan de voorkant’, om mensen zo snel mogelijk ondersteuning te bieden, mogelijk te maken. In het voorjaar van 2017 is een brede evaluatie uitgevoerd rond het werken met Sociaal Wijkteams en Jeugdteams. Daarbij is gekeken wat er goed gaat, op welke punten verbetering nodig is en welke dilemma’s en oplossingsrichtingen er zijn rond die verbeterpunten. In 2018 worden de uitkomsten van de evaluatie uitgevoerd. |
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Streef-waarde | Bron |
|---|---|---|---|---|---|---|
Percentage jongeren met langdurige contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen | Niet significant | 37% | 40% | n.n.b.* | 80% | Cliëntervaringsonderzoek |
Percentage ouders met langduriger contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen | 72% | 57% | 60% | n.n.b.* | 75% | Cliëntervaringsonderzoek |
Percentage respondenten met langduriger contacten met Sociaal Wijkteam dat aangeeft zelf verder te kunnen | 61% | 72% | 50% | n.n.b.* | 65% | Cliëntervaringsonderzoek |
Activiteiten
• | Uitvoeren van de besluitvorming naar aanleiding van de evaluatie rond de Sociale Wijkteams en Jeugdteams |
• | Blijven inzetten op preventie en de beweging 'naar de voorkant' met de middelen van 'slim investeren' |
• | Versterken van de samenwerking tussen huisartsen, Jeugdteams en Sociale Wijkteams, mede in relatie tot de nieuwe werkwijze specialistische jeugdhulp |
• | Uitvoering geven aan de samenwerkingsafspraken rond de wijkverpleging |
• | Intensiveren van de samenwerking tussen Jeugdteams en het onderwijs, bijvoorbeeld door middel van de uitvoering van de in 2017 gestarte pilot voor jeugdhulp op school |
• | Actief monitoren in welke mate Sociale Wijkteams en Jeugdteams doorverwijzen naar specialistische ondersteuning |
• | In het kader van de Participatiewet inzetten op activering van inwoners met een (bijna) overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt via projecten in de wijken |
• | Benutten, aanboren en versterken van netwerken in buurten en wijken |
• | Op elkaar afstemmen van de verschillende cliëntervaringsonderzoeken in de jeugdhulp, voor beter vergelijkbare resultaten |
• | Vergroten van de bekendheid van de mogelijkheid voor inwoners om zich te laten bijstaan door onafhankelijke cliëntondersteuning, en uitbreiden van deze cliëntondersteuning met ervaringsdeskundigen in de jeugdondersteuning |
• | Inzetten op vroegsignalering en preventie van overbelasting van mantelzorgers, i.s.m. huisartsen, wijkverpleging en zorgverzekeraar. Daarnaast worden de mogelijkheden van respijtzorg, dagopvang en logeeropvang beter onder de aandacht gebracht |
Realisatie
De Sociale wijkteams zijn opnieuw aanbesteed. Deze aanbesteding heeft invloed gehad op de doorontwikkeling. en Ook voor de Jeugdteams zijn scenario’s voor de doorontwikkeling uitgewerkt. De aanbesteding heeft invloed gehad op de doorontwikkeling. De samenwerking met de wijkverpleging wisselt per wijk enheeft een plek gekregen in elke wijk. Hiermee heeft de beweging ‘naar de voorkant’ heeft in 2018 onvoldoende vorm gekregen. De monitoring hiervan is in 2018 doorontwikkeld en beter toepasbaar voor 2019. Om de sturing te verbeteren op de SWT’s en JT’s is er binnen de gemeente een nieuwe overlegstructuur georganiseerd. De beweging ‘naar de voorkant’ (van 2e naar 0e lijn) is expliciet onder woorden gebracht in het programma van eisen in de aanbesteding van de nieuwe Sociale wijkteams. De gegunde partijen zijn hierop beoordeeld. Bij de Sociale wijkteams is het per wijk helder wat het aantal verwijzingen is naar specialistische voorzieningen. Ook hebben alle Sociale wijkteams in het kader van de Participatiewet een aanbod gecreëerd om mensen met een onoverbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt te activeren. We zetten stevig in op versterking van de samenwerking tussen jeugdteams, wijkteams en huisartsen. Jeugdteams hebben meerdere trainingen gehad hoe om te gaan met de nieuwe werkwijze specialistische jeugdhulp en bespreken die kennis met de andere partners. In de doorontwikkeling van de jeugdteams is meerdere keren gesproken met de huisartsen en wat er nodig is om de samenwerking beter te laten verlopen. In dit traject is zeer nadrukkelijk gekeken naar de positie van de wijkteams in het onderlinge samenspel. Er is een thuiszitterstafel gestart waarbij Jeugdteams, onderwijs, jeugdarts en Leerplicht samenwerken om te voorkomen dat kinderen thuis (komen te) zitten. Ook draait de pilot Ondersteuningsteam op school op drie scholen. De tussentijdse evaluatie is positief. Doordat de Jeugdteams en het onderwijs elkaar vaker zien en meer samenwerken op casusniveau worden acties snel uitgezet en kunnen plannen meer integraal worden opgepakt. Zaanstad heeft de afgelopen twee jaar in de regio samen met zorgaanbieders en cliëntenvertegenwoordigers toegewerkt naar één meetinstrument voor cliëntervaringsonderzoeken. Hierdoor worden resultaten onderling vergelijkbaar. Het instrument is definitief, de technische applicatie wordt ontwikkeld en de implementatie in de regio is gestart. Vanaf maart/april kunnen gegevens worden verzameld via jeugdhulpaanbieders. Om de mogelijkheden van het team van onafhankelijke cliëntondersteuners beter onder de aandacht te brengen bij inwoners is er een folder en een website ontwikkeld: 'Meedenkers Zaanstad'. De samenwerking met de jeugdteams en wijkteams heeft vorm gekregen. Er is inmiddels ook ondersteuning voor ouders met kinderen in jeugdhulp en voor mantelzorg. Er draait een pilot ter voorkoming van crisissituaties en overbelasting van mantelzorgers bij langer thuiswonende ouderen. De cliëntondersteuning voor mantelzorgers is versterkt en er zijn communicatieactiviteiten uitgevoerd, gericht op bewustwording en het informeren van mantelzorgers. Ook de respijtzorg is in de inkoop voor Wmo arrangementen gewijzigd.
* Dit wordt 1 keer in de 2 jaar uitgevoerd, waardoor er over 2018 geen cijfers bekend zijn. |