Openbare ruimte
Beleidskader
De openbare ruimte bestaat uit kapitaalgoederen zoals wegen, groen, bruggen, kades, verkeerslichten, etc. De instandhouding hiervan gebeurt door het uitvoeren van regulier en groot onderhoud en door het vervangen van kapitaalgoederen.
Het belangrijkste uitgangspunt voor het onderhoud van de openbare ruimte wordt gevormd door de ‘Discussienota Onderhoud Groen en Wegen’ uit 2004. Het verzorgend onderhoud kan worden omschreven als ‘kan er mee door’. De gehele stad wordt op een gelijkwaardige beeldkwaliteit onderhouden. Met het realiseren van Inverdan is voor het onderhoud van dit winkelgebied een uitzondering op dit beleid gemaakt. Vanwege het belang van een goed functionerend winkelhart is besloten dit gebied op een hoger kwaliteitsniveau te onderhouden.
Met de Nota Onderhoud Kapitaalgoederen 2017 is inzichtelijk gemaakt wat de onderhoudsachterstand op vervangingen van de openbare ruimte in Zaanstad is. De huidige onderhoudsachterstand is ca 20% van het areaal. Dit staat gelijk aan ca. € 38 miljoen. De raad heeft bij het vaststellen van de begroting 2018-2022 een verhoging van de vervangingsinvesteringen voor de jaarschijven 2019 t/m 2023 in het MIP (Meerjaren Investerings Plan) Openbare Ruimte opgenomen om de onderhoudsachterstanden op een acceptabel niveau te brengen. Indien deze investeringen gerealiseerd zijn, kan in 2024 gezegd worden dat de onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte zijn verlaagd naar 15% van het areaal. Het inlopen van de onderhoudsachterstanden begint vanaf 2019. Tot die tijd wordt ernaar gestreefd de onderhoudsachterstanden niet op te laten lopen.
Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau
De Kwaliteitscatalogus openbare ruimte deelt de technische kwaliteit van de openbare ruimte op in vijf categorieën (A+, A, B, C en D). Kwaliteitsniveau D staat hier gelijk aan het hebben van onderhoudsachterstanden; de vervanging van deze openbare ruimte had al moeten plaatsvinden. Delen van de openbare ruimte met kwaliteitsniveau C moeten de komende jaren worden vervangen.
Staat van onderhoud van de openbare ruimte
In 2018 is in de begroting een investering opgenomen voor de vervanging van openbare ruimte van € 20,7 mln. Er is een bedrag van € 22,54 mln. tot besteding gebracht. In dit bedrag is € 1,02 miljoen besteed aan extra aanpassingen voor de verbetering van de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van de stad. Voor het realiseren van deze aanpassingen heeft de gemeente subsidies kunnen verwerven. In totaal is er een overbesteding in 2018 van € 0,8 mln.
In 2018 is in totaal 235.462 m² aan wegen vernieuwd. Een areaal van 307.000 m² moet jaarlijks worden vervangen om de onderhoudsachterstanden niet verder te laten toenemen. In 2018 zijn dus de onderhoudsachterstanden voor wegen met 71.500 m² toegenomen. Dit staat gelijk aan een bedrag van € 3,3 mln. De reden waarom de prestatie op Verkeer + Wegen niet is gehaald, is in het programma Beheer Buitenruimte nader toegelicht. De groei van de onderhoudsachterstanden op wegen wordt deels (€ 1,4 mln.) gecompenseerd doordat er in 2018 meer groen, kunstwerken, beschoeiingen en openbare verlichting is vervangen. Daarmee zijn de onderhoudsachterstanden voor de gehele openbare ruimte met € 1,9 mln. gegroeid.
Op basis van de beeldkwaliteitsmeting 2016, leeftijd en actualisatie van beleidsplannen is de onderhoudsachterstand in de openbare ruimte per categorie bepaald. De geactualiseerde onderhoudsachterstand op basis van de in 2017 en 2018 gerealiseerde prestaties is:
Onderdeel | Onderhoudsachterstand 2016 | Onderhoudsachterstand 31-12-2018 |
---|---|---|
Wegen | 29,6 miljoen | 33,2 miljoen |
Openbare verlichting | 4,6 miljoen | 4,4 miljoen |
Verkeersregelinstallaties | 0,6 miljoen | 0,6 miljoen |
Groen | 1,0 miljoen | 0,5 miljoen |
Civiele kunstwerken | 1,7 miljoen | 1,2 miljoen |
Speelplaatsen | 0 miljoen | 0 miljoen |
Waterhuishouding | 0 miljoen | 0 miljoen |
Beschoeiingen | 0,4 miljoen | 0 miljoen |
Totaal | 38,0 miljoen | 39.9 miljoen |
Riolen
Beleidskader
Het beleid ten aanzien van het rioolbeheer is vastgelegd in het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP). In 2019 zal het beleidsplan worden geactualiseerd.
In de planperiode van het vigerende beleidsplan is onderzocht:
- Op welke wijze de kapitaallasten en kosten voor de rioleringszorg kunnen worden verminderd. In de nota Kapitaallasten riolering worden voorstellen gedaan ten aanzien van het afbouwen van de kapitaallasten, onder meer het inzetten van de middelen in de egalisatievoorziening, en kostenreductie.
- Op welke plaatsen zich in de openbare ruimte wateroverlast zal voordoen als gevolg van extreme regenval. Dit heeft geresulteerd in een zogenaamde wateroverlastkaart.
- Op welke wijze ten aanzien van Bestuursakkoord Water 2010 kan worden ingezet op regionale samenwerking met het hoogheemraadschap en regiogemeenten om te komen tot een doelmatige uitvoering van de rioleringstaak.
Deze drie speerpunten van beleid zijn opgepakt. De nota Kapitaallasten is opgesteld en effecten van extreme regenval zijn in beeld gebracht. Zaanstad is actief in het ‘regionaal ‘Plusteam’. Dit ‘Plusteam zet zich in voor de regionale samenwerking. Het Plusteam ondersteunt gemeenten die aan bepaalde taken niet toekomen, zorgt voor kennisuitwisseling en standaardisatie. Dit komt ten goede aan de uitwisseling van informatie en maakt samenwerken eenvoudiger.
Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau
In 2018 was €10,6 miljoen gepland aan rioolvervanging. Voor dit budget zou 15 km riool worden vervangen. Er is 12,8 km riolering vervangen en de kosten daarvoor waren € 9,4 miljoen. Er is dus 85% van de beoogde prestatie geleverd voor 89% van het budget. De reden van deze onderbesteding is in het programma Beheer Buitenruimte nader toegelicht.
Met het opstellen van het huidige VGRP in 2012 is gekeken naar de onderhoudsachterstanden van de riolering. De onderhoudsachterstanden zijn toen berekend op € 25 miljoen, waarbij de opgave is bepaald om tot en met 2021 190 kilometer aan riolering te vervangen. Eind 2017 was deze vervangingsopgave afgenomen tot 58,4 kilometer. In 2018 is 12,8 km aan riolering vervangen. Daarmee resteert een opgave tot en met 2021 van 45,6 km, die met een inspanning van 15 km per jaar te realiseren is.