Prestatie 2.2 Funderingsrisico's en herstel
Zaanstad telt nog ruim 8.000 particuliere vooroorlogse woningen met een verhoogd risico op funderingsproblemen. In het beleidsplan “Nieuw fundament” is uitgegaan van 100 herstelde woningen per jaar. Uit onderzoek blijkt dat funderingsherstel bij een omvangrijk deel van de bestaande woningvoorraad binnen afzienbare tijd noodzakelijk is. Met gelijkblijvend tempo van funderingsherstel zal het nog decennia duren voordat alle problemen met funderingen zijn opgelost. De gemeente zet vanaf 2017 in op de koers vanuit MAAK.Zaanstad, door de komende jaren te gaan intensiveren. Na de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst van het Landelijk Fonds Funderingsherstel eind 2017, zal de versnelling van funderingsherstel van start gaan. Dit betekent dat in 2018 een grotere groep eigenaren de kans krijgt om zelf de problematiek aan te pakken. Daarnaast wordt de pilot en doorontwikkeling van het inkoopmodel Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad (DFZ) ingezet om eigenaren te helpen die niet op de reguliere markt, maar ook niet in het landelijk fonds terecht kunnen. Daarbij gaat het vooral om een langere levensduur van de woning, levensloopbestendigheid en vermindering van energielasten; met op den duur een betere betaalbaarheid van de woonlasten. Eind 2018 wordt de DFZ-pilot geëvalueerd en wordt gekeken naar de resultaten. Met het opnieuw inrichten van de openbare ruimte, het verleiden van eigenaren en bewoners tot investeren in hun panden, het treffen van energiemaatregelen en door het actief ondersteunen van bewonersinitiatieven, geven we een impuls aan de buurt. Met het zoeken naar nieuwe investeerders en door inzet van eigen middelen hoopt Zaanstad slechte panden gecoördineerd te kunnen aanpakken. Wanneer de markt dit niet oppakt, zet de gemeente zelf instrumenten in om een kwaliteitsslag op meerdere fronten mogelijk te maken. Voor de kwaliteit van de woningvoorraad en de leefomgeving in buurten en wijken is tijdig funderingsherstel van woningen noodzakelijk. De aanpak van de gemeente richt zich op het onderkennen van risicogebieden en het verzorgen van goede communicatie naar woningeigenaren over de funderingsrisico’s. Daarnaast wordt vroegtijdig gestart met hoogtemonitoring van woningen in gebieden waar de gemeente van plan is om projecten in de openbare ruimte te gaan uitvoeren. Dit verschaft inzicht in de kwaliteit van het woningbestand, zodat bewoners gericht worden geactiveerd om de funderingen te verbeteren. Deze proactieve aanpak beperkt uitvoeringsrisico's en kosten op het moment dat de gemeente projecten gaat uitvoeren (zie programma 7). Bovendien werkt Zaanstad samen met de rijksoverheid, banken, verzekeringspartijen en woningbouwcorporaties om het funderingsherstel zo goed mogelijk te faciliteren. Funderingsherstel stelt eigenaren van panden voor een grote financiële opgave. Het is in het belang van alle partijen dat eigenaren de stap tot funderingsherstel kunnen zetten. |
Activiteiten
• | Het doorontwikkelen van de Zaanse financiële arrangementen zoals het Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad (DFZ) |
• | Lobby bij overheid en provincie om waar mogelijk en redelijk blokkerende wet- en regelgeving te laten aanpassen |
• | Monitoren van de bestaande woningvoorraad en vroegtijdig met eigenaren in gesprek wanneer snelle zakkingen worden geconstateerd, prioriteit ligt rondom de MIP gebieden |
• | Aansporen van buurtcollectief, zelforganisatie stimuleren en aansluiting zoeken bij herstelmoment van corporaties |
• | Onderzoeken van aanbodarrangementen door marktpartijen voor het intensiveren van funderingsherstel |
• | In samenwerking met corporaties aan de hand van de prestatieafspraken te zoeken naar een concept in buurten met gespikkeld bezit om funderingsherstel te bevorderen en collectief te vormen |
• | Uitbreiden van het meetboutenbestand en inzetten op innovatie, zoals gebruik van satellietfoto’s en big data |
• | Onderzoeken of het bestuurlijk en maatschappelijk verantwoord is om last onder bestuursdwang op te leggen wanneer de veiligheid in het geding komt bij gevallen waarbij de meerderheid van eigenaren wil herstellen |
Realisatie
Particulieren hebben vaak moeilijkheden om de financiën voor funderingsherstel rond te krijgen. De gemeente doet daarom onderzoek naar mogelijkheden bij marktpartijen om funderingsherstel te versnellen. In 2018 is de samenwerking en projectverkenning met Bouwend Nederland en de Bouwcampus gestart. Verder volgen we de landelijke ontwikkelingen en symposia etc. Ook is er een open en innoverende houding richting marktinitiatieven: overleg, advies en afstemming. Vaak in samenwerking met BKZ (zoals onderzoek naar gebouw gebonden financiering en baatbelasting). De gemeente heeft tientallen toetsingen voor leningen bij het Landelijk Fonds Funderingsherstel doorgeleid en begeleiding van eigenaren verzorgd. Uiteindelijk zijn (slechts) 7 leningen verstrekt. Bij het verkrijgen van financiering wordt door de bank getoetst aan de normen van de AFM op Loan To Income (LTI) en Loan To Value (LTV). Deze werken in veel gevallen belemmerend voor een woningeigenaar om bij de eigen bank een financiering te mogen afsluiten. Binnen het landelijk fonds funderingsherstel zijn deze normen verruimd tot 120% van de huidige LTI toetsnorm. Gebleken is dat in veel gevallen voor de Zaanse huiseigenaren deze normen nog te streng zijn. Om te bepalen hoeveel hypotheek je kunt krijgen op basis van je inkomen, wordt een inkomenstoets gedaan. Dit wordt loan-to-income (LTI) genoemd. Daarnaast mag de maximale hypotheek niet hoger zijn dan 100% van de waarde van het huis. Dit wordt loan-to-value (LTV) genoemd. Vanwege het uiteindelijk beperkte aantal verstrekte leningen is in 2018 gewerkt aan een doorontwikkeling van het Landelijk Fonds Funderingsherstel 2.0. Zaanstad heeft hierover overleg met andere gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Verwacht wordt dat hiervoor in tweede kwartaal 2019 de regeling ter besluitvorming wordt aangeboden. In 2018 is voor het doorontwikkelen van de Zaanse financiële arrangementen zoals het Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad (DFZ) is teruggekeken naar het proces en de ontwikkelingen uit 2017. De verbeterpunten zijn opgepakt, zoals: het ontwikkelen van een flexibel instapmodel voor eigenaren en een onderzoek naar de mogelijkheden voor een pool met verschillende aannemers. Naar aanleiding van de funderingsproblematiek in de Zeeheldenbuurt is binnen gemeente gewerkt aan ondersteuning van particuliere eigenaren en samen te werken met Parteon op strategisch, tactisch en operationeel niveau. In 2018 is de samenwerking met de corporaties over gespikkeld bezit lastiger gebleken door strengere regels van de Autoriteit Wonen (AW). Zaanstad is in gesprek met woningbouwcorporaties over welke rol zij nog wel kunnen en willen nemen in dergelijke projecten. Er vindt ambtelijk overleg met ministerie van Binnenlandse Zaken op verschillende niveaus en met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), om waar mogelijk en redelijk blokkerende wet- en regelgeving te laten aanpassen. Ook wordt gesproken met het rijk om de huidige inkomenstoets in een pilot anders te mogen hanteren. Kijken naar netto besteedbaar inkomen in plaatst van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verhouding van Loan To Income. Er is in 2018 onderzoek gedaan of het bestuurlijk en maatschappelijk verantwoord is om last onder bestuursdwang op te leggen wanneer de veiligheid in het geding komt bij gevallen waarbij de meerderheid van eigenaren wil herstellen. De kaders van de pilot handhaven op artikel 13 uit de Woningwet zijn gereed maar hier is in 2018 geen uitvoering aan gegeven vanwege het ontbreken van relevante casuïstiek. Op het gebied van innovatie zijn verschillende activiteiten gestart. Een pilot met big data/Berenschot is gestart en loopt nog. Verder is begonnen aan het bouwen en inregelen van een nieuw Zaans Monitoringssysteem (ZAMO) waarin de bestaande systemen worden gecombineerd en betere sturingsinformatie is te genereren. Het meetboutennetwerk is ook in 2018 verder uitgebreid ten behoeve van monitoring op zakking en veiligheid en bewustwording van de woning eigenaren. Er worden nu ongeveer 10.000 panden gemeten en gemonitord. Het aantal bouten waarop in 2018 minimaal 1 meting heeft plaatsgevonden is 16.048 (Peildatum november 2018). Voor het monitoren van de bestaande woningvoorraad en het vroegtijdig in gesprek gaan met eigenaren wanneer snelle zakkingen worden geconstateerd, zijn in 2018 verschillende acties ondernomen. Als de rioleringen vernieuwd moeten worden - welke zijn opgenomen in het meerjaren investeringsprogramma openbare ruimte – worden er bewonersavonden georganiseerd om in gesprek te gaan over de effecten van werkzaamheden op de funderingen. En in de weken daarna worden inloopavonden in het gebied (loketfunctie) voor de bewoners georganiseerd. Bij huizen met een houtenpaal fundering vinden metingen en registratie plaats. Technisch adviseurs nemen bij tekenen van verzakking zoals scheuren in de muren persoonlijk contact op met een huiseigenaar. |